Van Rookie Team tot Buzzer Beaters: Het eerste seizoen van The Hague Royals

Ze hadden het zich heel anders voorgesteld, de jonge en enthousiaste initiatiefnemers van profbasketball in Den Haag. De ambities waren duidelijk en terecht: Den Haag op de basketbal kaart zetten, op het niveau van Leiden en Den Bosch. De mogelijkheden waren ook ruim voorhanden met de geweldige accommodatie van de Sportcampus in het Zuiderpark en de meest gemengde bevolking van Nederland, met veel verschillende basketballculturen. Een hele korte voorbereiding en het Corona virus maakten er echter een – zowel sportief als financieel –  overlevingsseizoen van dat als een rit in een achtbaan gevoeld moet hebben. Tijd om de balans op te maken. 

Het begeleidingsteam van de gloednieuwe The Hague Royals stond voor een bijna onmogelijke opgave: in no time een team vormen met spelers van heinde en verre aangevuld met lokaal talent. De clubleiding maakte daarbij een gouden keuze  door Bert Samson als hoofdcoach aan te stellen. Met al zijn ervaring straalde hij de vaderlijke rust uit die het team nodig had om te groeien. Samen met team manager Edgar da Costa en technisch manager Frank Limburg zorgde hij voor een werkklimaat waarin het team een eenheid werd, wat zich in de tweede helft van het seizoen uitbetaalde. In de gymzalen en leslokalen van het Johan de Witt werd een team gesmeed uit allerlei losse eenheden. Er bestaat zelfs een filmpje met een hilarisch dansje waarbij Samson zich van zijn meest muzikale kant liet zien.  

Rookie basketball en een Weddenschap 

In een aantal oefenwedstrijd bleek al snel dat The Royals een moeilijk seizoen zouden krijgen. Zie maar eens een vaste lijn te krijgen met spelers die elkaar nauwelijks  of helemaal niet kenden. De eerste wedstrijden leverden dan ook een soort happy go lucky basketball op, gestoeld op veel inzet en atletisch vermogen , maar met weinig tactisch vernuft en ingespeelde structuren. Samsom moest vooral op zijn internationale gezelschap vertrouwen en bracht voorzichtig zijn lokale spelers in. Die waren gewend om op een lager niveau te spelen en hadden dus weinig tijd om zich aan het wedstrijdtempo en de handelingssnelheid aan te passen. Het leverde een aantal fikse nederlagen en soms wat meewarig commentaar op van de gevestigde orde. Zo werd het team  uit tegen Landstede in het eerste kwart helemaal zoek gespeeld, wat er toe leidde dat de plaatselijke commentatoren een fles wijn zetten op het doorbreken van de 100 punten grens. Dat kwam er niet van en vreemd genoeg was dat een teken van de groeiende teamgeest van de Hagenaars.  

Het wachten was natuurlijk op de eerste overwinning en die kwam er in eigen huis tegen mede debutant Almere Sailors. Van hetzelfde team werd in een preseason game nog ruim verloren en de luid bejubelde zege was een teken aan de wand: hier was een team aan het opstaan om rekening mee te houden. De wekelijks uitblinkende pointguard Deividas Kumelis zette de lijnen uit, de atleten Eric Kibi en Tim Troussel zorgden voor aanvallend geweld en rookies Bart Bijnsdorp en Laurens Yperlaan werkten zich op tot gewaardeerde krachten. Maar vooral de vechtlust en positieve teamgeest zorgden voor de groei.  One for all,  all for one , de yell van de Royals, werd letterlijk uitgevoerd. Zelfs vervoerder naar uitwedstrijden Kevin Dijkhuizen werd een deel van het team . 

Buzzer Beaters in de Elite B  

Niet geheel onbegrijpelijk eindigde The Hague Royals na de eerste seizoenhelft in de onderste regionen van de DBL, met een enkele overwinning. In de nieuwe indeling van de Elite B ging het echter een stuk beter. De Sportcampus Zuiderpark werd een plek om met enige vrees naar toe te gaan voor de overige teams. Er werd historie geschreven in de wedstrijd tegen het sterke BAL uit Weert, met een buzzer beater “vanaf de parkeerplaats” door Kumelis. Diezelfde speler vestigde met 42 punten ook een record dat nog lang in de Haagse geschiedenisboeken zal blijven staan. Het spel van de residentieclub begon ook steeds vastere vormen aan te nemen. Fel en fyziek teambasketball met atleet Eric Kibi als heerser onder het thuisbord en Kumelis als architect van aanvallen die steeds beter begrepen werden  door zijn teamgenoten. Een team waarin iedereen zijn eigen plekje vond en zijn nut bewees. Het was niet geheel toevallig dat de laatste wedstrijd in van het seizoen – in Leeuwarden – ook eindigde met een buzzer beater. Dit keer was het Eric Kibi die met een bijna onmogelijk wanhoop schot voor dolle vreugde zorgde. Alweer de zesde overwinning en een gedeelde negende plaats En dat kan rustig als een topprestatie worden bestempeld.  

Met de beker nog als interessant toetje kan met tevredenheid teruggekeken worden op een uitdagend en vaak bizar seizoen. Er staat een team in Den Haag en dat is het belangrijkste. In de woorden van assistant coach Da Costa “ik ben blij dat we het hebben overleefd, dat is het belangrijkste en een statement”. Het Haagse profbasketball staat op de kaart: met een prachtige sporthal, imponerende shirts in de goede kleuren, een  vernieuwende uitstraling met het  “shout out” commentaar en direct contact met de kijkers via de livestream en een team op trots op te zijn. De volgende stap in de ambities kan gezet worden. 

Het Team 

 Deividas Kumelis: de motor van het team. Een onbetwiste leider met meer dan gemiddelde eredivisie kwaliteiten. Toen zijn forwards hem beter begonnen te begrijpen toverde hij met basketball delicatessen. Assist koning  en dan nog die ene  “on fire” wedstrijd tegen BAL.  

Eric Kibi: heerser onder het eigen bord met gemiddeld meer dan 10 rebounds per wedstrijd. Ook aanvallend sterk met zijn atletisch vermogen. Toonbeeld van onverzettelijkheid. Alleen die vrije worpen! 

Tim Troussel: de man van de eerste minuten. Vaak hielp hij zijn team op gang met snelle scores. Soms wisselvallig met het missen van opgelegde kansen. Maar gewaardeerde sterkhouder  met veel scorend vermogen. 

Pjotr Pandura: degelijke teamspeler met een goed schot. Onopvallend maar uiterst betrouwbare basisspeler. 

Bart Bijnsdorp: werd niet voor niets verkozen in het All Star Rookie team. Kende een mooi debuutseizoen op dit niveau, ondanks wat blessure perikelen. Vooral verdedigend erg sterk met een killer block.  

Alhassan Barrie: wordt zeker een publiekslieveling. Met zijn aanstekelijke do or die houding maakte hij zich bij teamgenoten en publiek. Het Barrie Barrie zal zeker door de sporthal gaan klinken.  

Laurens Yperlaan: zou zonder een vervelende blessure die einde seizoen betekende zeker ook in het All Stars Rookie team hebben gestaan. Kende een onstuimige ontwikkeling die hem zelfs tot basispeler bracht.  

Casey Lopes:   nuttigpointguard als aflosser van maar ook naast Kumelis.  Zijn verrassende acties kunnen  hem ook tot een publiekslieveling maken. Moet nog wel aan zijn assist werken.  

Rick van der Salm: moest aanvankelijk aan de handelingssnelheid op dit niveau wennen maar heeft het prima opgepakt. Moet nog werken aan scorend vermogen maar kan hopen op meer speelminuten volgend seizoen. 

Vincent Alkema: wat een pechseizoen voor de 2.14 m. lange forward. Vrijwel het hele seizoen uitgeschakeld met een vervelende blessure. Moet nog veel leren , maar kan met zijn lengte een wapen worden van de Hagenaars.  

Pascal Birdja:  vertoefde meestal op de bank. Komt vooralsnog handelingssnelheid tekort op dit niveau en oogde vaak wat nonchalant. De toekomst zal leren of hij de stap naar de DBL aankan.  

Jens te Velde:  werd vooral bij uitwedstrijden iets te vaak met zijn vader vergeleken. Heeft een goede driepunter in huis, maar zal zich nog moeten ontwikkelen om een vaste waarde te worden. Kwam een aantal keren goed van de bank om zijn team te helpen.  

Redactie: Ruud van de Graaf

Foto: Sportshoots.nl