Ijshockey BeNeLeague stopt. Hoe gaat HIJS nu verder?

8 juni jongstleden werd bekend gemaakt dat de Nederlandse ijshockeybond de stekker uit de BeNeLeague trekt. Dat betekend het einde van een jarenlange samenwerking met onze zuiderburen. Echter gebeurde dit zonder overleg met de vier Nederlandse teams die in deze competitie speelden.

De clubs ontvingen die bewuste woensdagavond om 21:55 een bericht terwijl het officiële persbericht van de bond al om 21:27 gepubliceerd werd. Een complete verrassing dus voor de ijshockeyploegen.

Het rommelde op bestuurlijk vlak al langer tussen de twee bonden en dit heeft dus uiteindelijk geleid tot het stoppen van de gezamenlijke competitie van Nederland en België.

Wij spraken met HIJS-voorzitter Harry Vlaardingerbroek over de onrust.

Hoe heb je de afgelopen drie weken beleeft?

“De afgelopen weken was er een hoop hectiek en irritatie. We werden totaal onvoorbereid ingelicht door de bond. De meeste moeite heb ik met het feit dat de bond geen alternatief presenteerde. Het levert ook alleen maar negatieve publiciteit op.”

Hoe heeft het zover kunnen komen?

“Het is redelijk ingewikkeld. Maar als je het zwartwit bekijkt willen de clubs wel spelen maar de bonden niet meer samenwerken. Die samenwerking was al enige jaren slecht en is nu dus gestopt. De cultuurverschillen tussen de bonden zijn gewoon te groot en nu blijkbaar onoverbrugbaar”

Waarom is een nieuwe competitie met BeNeLeague teams geen optie?

“Dat kan niet vanwege de internationale structuur. Je kan niet grensoverschrijdend spelen zonder toestemming van landelijke bonden en dus is dat van tafel. De huidige Eredivisie is geen optie voor ons omdat wij daar simpelweg te goed voor zijn. De bond wil het liefst een competitie met de vijf Nederlandse clubs die in de BeNeLeague uitkwamen, maar dat is voor ons niet aantrekkelijk. Zo’n nieuwe BeNeLeague is dus onmogelijk.“

Is de overstap naar de Duitse competitie haalbaar?

“Er zijn twee opties: Of we ontbinden de boel en alles is verloren, of we kunnen misschien naar Duitsland. In dat geval spelen we tegen de clubs uit regio Westfalen. Dat zijn zes clubs dus genoeg om een competitie te creëren. De reisafstanden zijn nog wel een ding. De verst gelegen club is 500 kilometer rijden voor ons.”

Voor onszelf willen we in ieder geval die optie wel goed bekijken. De komende dagen moeten we die constructie dus gaan onderzoeken. We willen zo snel mogelijk duidelijkheid hebben, ook voor de spelers en de sponsoren. Als het lukt kan je grotendeels de BeNeLeague in stand houden met de Duitse clubs erbij. We hebben drie weken in onduidelijkheid gezeten en het moet nu snel worden geregeld om ook goed de voorbereiding in te gaan voor het komende seizoen. We willen dezelfde soort ambitie en niveau hebben als in de BeneLeague en dat is hierbij zeker mogelijk.

Is de Duitse bond welwillend?
“Ze willen wel praten. De reisafstanden zijn, zoals eerder gezegd, nog wel een aandachtspunt dat we moeten bespreken. Ook de competitieopzet moet worden besproken. Dan heb je het over dingen als tijdstippen en het aantal wedstrijden. Maar we kunnen er redelijk snel uitkomen met elkaar. We denken dat het een serieuze optie is en hopelijk komt er een goed alternatief uit. Persoonlijk hoop ik gelijk op een samenwerking voor een paar jaar, dan heb je zekerheid. De Belgen en Duitsers hebben op hoofdlijnen al een akkoord dus het zal ook positief kunnen uitpakken voor de Nederlandse clubs. De komende week vallen de beslissingen. Ook de Nederlandse bond moet toestemming geven voor een eventuele nieuwe competitie. Maar als gezond verstand zegeviert werken ze gewoon mee.”