Necrologie Rinus Israel

Oud-trainer Rinus Israel (83) overleden
Bezeten van voetbal, zacht en sociaal daarbuiten
Rinus Israel, oud-trainer van ADO Den Haag, is overleden. Hij bereikte de leeftijd van 83 jaar. Israel trainde de geel-groenen van 2001 tot de zomer van 2003. Hij deed dit in samenwerking met Lex Schoenmaker. Onder hun leiding werd ADO Den Haag in 2003 kampioen van de Eerste divisie en keerde na elf seizoenen terug in de Eredivisie.
Al bij de komst van Rinus Israel en Lex Schoenmaker in 2001 gold ADO Den Haag, mede door de spelers die werden aangetrokken, als kampioenskandidaat. Het eerste seizoen leidde nog niet tot de titel. De ploeg eindigde als vierde en slaagde er ook niet in via de nacompetitie promotie af te dwingen. In het tweede seizoen was ADO Den Haag heer en meester in de Eerste divisie, hetgeen leidde tot de titel en promotie.
Israel was op en top gemotiveerd, als speler en later als trainer. Buiten het veld nuchter, aardig en sociaal, maar in het veld en later op bank was het een en al bezetenheid. Als trainer werkte hij voor de trainingen zelf solo aan zijn conditie. Hij liep elke keer zijn rondjes over de velden van De Aftrap, deed er zijn oefeningen en leidde vervolgens eenmaal goed en wel opgewarmd de trainingen, als de spelers waren verschenen. Het was een ware schok, toen bleek, dat Rinus Israel na een op eigen initiatief ondergane gezondheidscontrole hartproblemen had. Hij onderging een bypassoperatie. Lex Schoenmaker stond vervolgens alleen voor de spelersgroep van ADO Den Haag. Eenmaal hersteld liet Rinus Israel – ook al nam hij weer plaats op de bank tijdens wedstrijden – de coaching vrijwel geheel over aan Lex Schoenmaker. ‘Omdat hij het hartstikke goed doet’, was Israels nuchtere toelichting. Bescheiden stelde Israel zich dan ook op, toen de missie in het Haagse Zuiderpark was geslaagd en ADO Den Haag na elf seizoenen terugkeerde in de Eredivisie. ‘Lex heeft de klus merendeels geklaard, ik steunde hem alleen maar’.
Ondanks zijn nuchterheid kon Rinus Israel ook soms onbarmhartig reageren. Na een ondermaats optreden van zijn ploeg in een bekerwedstrijd bij Heracles Almelo meldde Israel balorig, dat hij één van zijn spelers wel door de knieën had willen schieten. Dat kwam hem op een aanklacht te staan van de zaakwaarnemer van de speler bij het bestuur. ‘Ach, ach, ach, ze snappen niet wat ik ermee wil zeggen en bereiken’, was Rinus’ commentaar.
Gezelligheid buiten het veld was troef voor Rinus Israel. Vooral voor zijn familie, vrouw, dochter, kleinkinderen. Sociaal bewogen, kaarten in de kantine van DWV, de amateurclub waar hij met voetballen begon. Ook in zijn Haagse tijd was hij wel eens in de kantine van De Aftrap te vinden om een kaartje te leggen, met de vrijwilligers die er waren. Die momenten buiten het voetbal waren heilig voor Rinus Israel, die voordat hij voetbalprof werd werkte als straatmaker.
Als voetballer baarde Rinus Israel opzien bij DWS, zijn eerste profclub. Daarmee promoveerde hij vanuit de Eerste divisie naar de Eredivisie. En in het seizoen daarop, 1963-1964 werd DWS prompt landskampioen. Vervolgens speelde het in de Europa Cup tegen Fenerbahce, Sky og Lyn Oslo en Vasas Györ. Het was de tijd, waarin Johnny Hoes de club bezong met ‘Hoempa, hoempa, DWS’.
Toen kwam Feyenoord, waarin Rinus Israel zijn bescheidenheid onbewust van zich afwierp en vol flair met Theo Laseroms een fysiek sterk centraal verdedigingsduo ging vormen onder de stoïcijnse leiding van trainer Ernst Happel. Israel kreeg de bijnaam van IJzeren Rinus en Laseroms die van Theo de Tank. Rinus Israel was de onmiskenbare aanvoerder van het Feyenoord, dat in 1970 als eerste Nederlandse club de Europa Cup won, scoorde in de finale tegen Celtic en als eerste Nederlander de Europa Cup in handen kreeg. Feyenoord legde ook beslag op de wereldbeker voor clubteams, waarbij zijn sterke fysiek goed van pas kwam in de wedstrijden tegen het om intimidaties gevreesde Argentijnse Estudiantes de La Plata. Ook hier werd hij de eerste Nederlander, die wereldbeker in handen kreeg.
Zevenenveertig keer droeg hij het Oranje-shirt in de periode van 1964 tot en met 1974. Het WK 1974 in West-Duitsland had vooraf gezien zijn hoogtepunt als international moeten worden. Het werden niet meer dan drie invalbeurten in de aanloop naar de finale tegen West-Duitsland. In de beruchte halve finale Nederland-Brazilië speelde Israel zijn laatste minuten voor Oranje. Bondscoach Rinus Michels koos voor een experimenteel centraal duo Arie Haan-Wim Rijsbergen. En met succes.
Fysiek eiste de jaren aan de top voor Rinus Israel zijn tol. Knie- en herniaoperaties waren het gevolg. Maar opgeven was er niet bij. Hij speelde na zijn periode bij Feyenoord voor Excelsior en vervolgens plakte hij er nog zeven jaar PEC Zwolle tegenaan. Als aanvoerder inspireerde hij PEC Zwolle tot het kampioenschap van de Eerste divisie en promotie naar de Eredivisie en bereikte ook nog de bekerfinale tegen FC Twente.
Eenmaal gestopt als speler legde hij zich toe op een loopbaan als trainer. Begonnen als assistent bij PEC Zwolle vervolgde hij zijn weg als hoofdtrainer bij FC Den Bosch, Feyenoord, PAOK Saloniki, weer FC Den Bosch, Dinamo Boekarest, dat hij leidde naar het Roemeense kampioenschap, Nederland onder 21 en assistent van de bondscoaches Dick Advocaat en Guus Hiddink, Ghana, Al-Jazira, Al-Shabab, Al-Wahda, ADO Den Haag, opnieuw Al-Wahda, Young Boys (Haarlem) en een interim-klus met schoonzoon Jan de Haze bij OFC Oostzaan.
De komst naar ADO Den Haag verliep op een bijzondere manier. Na te zijn benaderd door directeur Robert Langenbach belde Rinus Israel Lex Schoenmaker, met wie hij samenwerkte bij Al-Jazira. Israel wilde ADO wel doen, maar alleen samen met Lex. De dergelijk duo-trainerschap was nieuw voor ADO Den Haag. Aldus geschiedde. En de rest is geschiedenis.
ADO Den Haag dankt Rinus voor alles wat hij heeft gedaan en betekend voor de club en het Nederlandse voetbal. Ons medeleven gaat uit naar zijn familie, die wij alle sterkte toewensen in het verwerken van het verdriet van het grote verlies.
Bron en foto ADO Den Haag