Interview met Anneke van Zanen-Nieber, voorzitter NOC/NSF. “Verwacht nog wel wat medailles”
De Haagse Anneke van Zanen-Nieberg is onbezoldigd voorzitter van het NOC*NSF en in die hoedanigheid president van het Olympische Comité en ook van het Paralympisch Comité. De laatste weken verblijft ze in Parijs om de Olympische Spelen en Paralympische Spelen bij te wonen. Haagsetopsport.nl (video)belde maandagochtend met haar om te vragen naar haar ervaringen.
Alweer klaar voor een nieuwe dag Paralympics?
Anneke: “Zeker. Ik moet nu wel een beetje de TV in de gaten houden. De triatlon is bezig en we hebben twee kanshebbers voor een medaille.”
Sporters bereiden zich voor op de Spelen. Hoe heb jij dat gedaan als voorzitter van het NOC*NSF?
“We hebben twee grote operaties dit jaar, natuurlijk de Olympische Spelen en de Paralympics, maar tijdens deze events ik steeds het adoptieverlof deel – de sporters – en het non-sportieve deel: het teamnl huis. Het is dubbel nieuw, omdat we het voor het eerst onder onze verantwoordelijkheid organiseren en voor het eerst ook tijdens de paralympische spelen. Wij genieten nu volop van de spelen, maar zijn bestuurlijk ook al bezig met de spelen in Los Angeles 2028. Welke budgetten zijn er voor welke programma’s beschikbaar? En waar kunnen onze sporters in LA straks de voorbereidingen doen. Daar is inmiddels ook een afspraak voor getekend met een universiteit in Los Angeles. Voor het Team NL Huis, dat we voor het eerst zelf organiseren, ben je wel druk bezig om het alle gasten het naar de zin te maken. Het gaat steeds om puntjes op de i te zetten om het optimaal te regelen. Dit geldt ook voor het sportieve deel; is de beveiliging goed geregeld? Hebben de sporters goede bedden en matrassen? Is het eten van goede kwaliteit? Daarnaast ben ik ook een soort van gastvrouw bij de Spelen voor onder meer minister-president Schoof.”
Hoe vaak heb jij van de media de vraag aan de premier gehoord over de mogelijke bezuinigingen op sport?
“Die vraag heeft hij heel vaak gehad. We hebben het natuurlijk ook gehad over de impact van de voorgestelde bezuinigingen. Maar wij vinden het vooral belangrijk dat hij ervaart wat sport met mensen doet. En dat hij er ook van mag genieten. Geld is er eigenlijk altijd te weinig, maar je moet ook ervaren en voelen wat het doet met sporters als ze zich geen zorgen hoeven te maken over hun financiën. De prestaties worden dan alleen maar beter. Daarbij inspireren deze sporters velen in het hele land om in beweging te komen. We moeten kijken naar wat de bezuinigingen betekenen voor de topsporters van Team NL maar ook kijken wat het betekent voor de in de hele wereld geroemde sportinfrastructuur in Nederland. En over het laatste maken wij ons misschien nog wel het meeste zorgen. Het kan straks zijn dat de sportclubs zodanig moeten bezuinigen dat voor velen het in beweging komen steeds moeilijker en onbetaalbaar zal worden. De clubs zijn de voedingsbodem van talenten die weer mogelijk topsporter kunnen worden. Je moet nooit de basis vergeten. Dan ben je ongelooflijk kwetsbaar. Als mensen minder gaan bewegen, dan nemen de zorgkosten alleen maar toe.”
Zijn er verschillen in beleving tussen de Olympische Spelen en de Paralympics?
“Ja en nee. Nee, want in beide events is het topsport wat we zien en ja, het zijn mensen die soms met ondersteunende middelen sporten. Om een voorbeeld te geven. Ik kom uit het handbal, daar moet iedereen uiteraard lopen. Maar op de paralympische spelen kijk ik graag naar rolstoelbasketbal, echt fantastisch om te zien. Ik zie dan ook nooit spelers in een rolstoel, ik kijk gewoon naar een fantastische basketbalwedstrijd op hoog niveau. Er zitten uiteindelijk wel verschillen in de resultaten. Als je een been of een hand mist, mis je ook spierkracht. De resultaten liggen wellicht één fractie lager, maar de competitie is even groot. Zo keek ik van de week naar het baanwielrennen. Die jongens rijden ook gewoon 62 kilometer per uur. Dat is niet voor veel mensen weggelegd. Daarnaar is het event wat kleiner: 5.000 atleten in plaats van 10.000. De sfeer is er niet minder om en er is respect voor elke sporter. Ik zag afgelopen week bij het zwemmen iemand die veel later aantikte bij de finish dan de winnaars, maar die werd de laatste meters door het voltallige publiek aangemoedigd. Ze stonden allemaal op de banken. Dat geeft net even een extra vibe in de stadions. Die stadions zitten gewoon net zo vol als bij de Olympische Spelen. Voor mij is het gewoon topsport. Wacht even: ik zie nu dat Jetze Plat bij het triatlon de gouden medaille wint. Alweer de zevende gouden. Mooi. Trots.”
Wat zijn jouw mooiste momenten tijdens de Olympische Spelen geweest?
“Ik heb het eerder gezegd; het is net of je moet zeggen wie van mijn vier kinderen het leukste is. Dat kan niet. Hé, Schipper wordt ondertussen derde bij de triatlon. Weer een bronzen medaille. Sorry. Maar wat ik het mooiste vond was wel dat Sifan Hassan de marathon won en zij gehuldigd werd tijdens de sluitingsceremonie. Wanneer je dan het Wilhelmus hoort, terwijl de hele wereld meekijkt, dat is echt kippenvel hoor. Maar er is nog veel meer natuurlijk. Lavreysen, de hockey dames, de roeiploeg, atletiek, het houdt niet op. Maar dat dan tijdens de sluitingsceremonie het Wilhelmus klinkt, is de ultieme beloning voor iedereen die zo hard heeft gewerkt de afgelopen jaren. Voor Sifan natuurlijk, de hele ploeg en Team NL. Een vol Stade de France terwijl de hele wereld meekijkt.”
Je bent veel in de weer alle dagen dat er gesport wordt tijdens beide Spelen. Is dat allemaal te behappen?
“Elke dag om half 7 opstaan, half 8 een call met de algemeen directeur Marc en de algemene ondersteuning voor ons en de bestuursleden die er zijn. Dan kijken we wat er op het programma staat. Soms is dat het ontvangen van de leden van het Koninklijk Huis, de minister-president of de staatssecretaris. Dan bepaal je ook welke bestuursleden waarheen gaan. Je wilt bij elk evenement waar Oranje bij betrokken is, aanwezig te zijn. Zo ben ik ook anderhalve dag naar Marseille gegaan om bij het zeilen en het foilen te kijken. We ondersteunen graag om de sporters naar een overwinning toe te juichen. En we hebben ook wat sessies met de overheid, bijvoorbeeld een seminar. En we zijn ook aanwezig wanneer de Nederlandse ambassadeur in Parijs familie en vrienden van de sporters ontvangt. Dat is dan meer de representatieve rol, die ook belangrijk is. Zeker het bedanken van vrienden en familie, tenslotte zijn zij de omgeving waarin onze sporters zich hebben kunnen ontwikkelen tot de atleten die zij nu zijn. Dat kun je alleen maar dankbaar voor zijn. De vraag was of het allemaal te behappen is. Ja natuurlijk half 8 de eerste callen dan je om 12 uur ’s nachts weer thuis bent om ook nog even goed te slapen. Ik ontbijt altijd goed, want je weet nooit wanneer je volgende maaltijd weer is.”
Hoe vaak heb jij van het thuisfront gehoord dat je weer op TV was?
“Ik zeg altijd, zapp dat maar door, want je moet naar die sporters kijken. Het is niet belangrijk wat ik doe. Het is voor het thuisfront leuk om eens in beeld te komen, maar het gaat om de sporters. Daarnaast is er voor ons elke dag een logistieke uitdaging. Als je voor de TV zit, dan zapp je van Nederland 1 naar Nederland 2, maar wij moeten ons toch nog wel even van A naar B verplaatsen. Van Stade de France naar La Defense of Bercy is bijvoorbeeld een half uur, drie kwartier rijden. Naar Versailles is vijf kwartier met de auto. Zo was ik bij voorbeeld bij de 5 kilometer van Sifan Hassan, waar ze brons won. Toen ze met haar voet net over de finish was gingen wij alweer het stadion uit om naar de finale 3×3 basketbal te gaan kijken. Ik kwam op 6 minuut 15 (wedstrijd is 9 minuten) aan en dan zorgen dat je snel komt te zitten. Het is het allemaal waard, want hoe gaaf was die laatste bal van Worthy de Jong? En als mensen vinden dat wij er soms vermoeid uitzien, dan moeten ze maar denken dat wij ook een olympische prestatie leveren om op tijd ergens te zijn.”
Hoe zijn in jouw ogen de twee Spelen georganiseerd en dan met name ook de logistiek?
“Het is altijd wel goed georganiseerd op de Spelen. Wij kunnen onbeperkt gebruik maken van de metro met een kaart. Maar er is ook een systeem van auto’s die tussen de stadions en hotels rijdt en voor ons beschikbaar is; ze noemen dat het tx systeem en werkt super goed. En nee, ze brengen je niet naar toeristische trekpleisters. Mocht je daar behoefte aan hebben dan moet je dat zelf regelen. De eerste dagen kan het wel eens spannend zijn. Die taxi’s worden bestuurd door vrijwilligers. Als je dan iemand hebt uit Normandië of uit het buitenland, die weten in het begin nog niet zo goed de weg in en rond Parijs. Of ze weten niet hoe een deur of achterklep open gaat. Dan helpen we elkaar gewoon. De atleten hebben de beschikking over bussen (TA-Transport Athletes). Ik hoorde van de hockeyers dat ze moesten trainen in Parijs-west en hun bus reed keihard naar het oosten. De chauffeur kreeg bovendien de airconditioning niet aan. Dus dat is wel even wennen in het begin. Wij gebruiken het principe ‘accept, adapt and move on’… iedereen doet zijn best, soms gaat het fout, dan helpen we elkaar en gaan weer door. We gaan ons niet irriteren aan mensen die ons willen helpen, dat is verspilde energie.”
Is er tijd voor ontspanning geweest tussen de Spelen door en erna?
“ik ben tussen de Olympische Spelen en de Paralympics met mijn man en onze kinderen wat dagen in Zeeland geweest. En na de Paralympics ga ik weer werken. Er moet ook geld in het laatje komen. Maar ik zorg er wel voor dat ik me niet voorbij loop tijdens de Spelen. Ik ben wel in touw van half 8 tot een uur of 12, maar ik zorg ook wel goed voor mezelf. Goed eten, niet teveel drinken en goed kijken wat je per dag kan doen. Het is misschien mogelijk om vijf evenementen per dag te bezoeken, maar soms is het gewoon beter dat te beperken tot vier en even rust te nemen voor een rustig bakje koffie en een goed gesprek. Ik let goed op mezelf, wees gerust!”
Wat verwacht je nog van de rest van de Paralympics?
“Ik verwacht dat alle sporters hun beste prestatie leveren hier, dus ik verwacht nog wel het een en ander aan medailles. Wij leggen er bij de sporters geen druk op. Maar ik verwacht bij de dames basketballers wel wat, net als de tennissers. We hebben ook nog het handboogschieten, het roeien, boccia (combi van pétanque en bowls) en natuurlijk bij het atletiek. Er is nog genoeg te winnen en voor ons om te bezoeken.”
Woensdagochtend stond de teller op 18 medailles, 9 gouden, 5 zilveren en 4 bronzen medailles. Nederland staat op een negende plaats in het medailleklassement van de Paralympics.